De Digital Service Act, en de Digital Markets Act die daarmee samenhangt

De Digital Service Act, en de Digital Markets Act die daarmee samenhangt 

Europese verordeningen die het internet veiliger moet maken 

In 2019 heeft de EU de regels voor grote techbedrijven aangescherpt. De ‘Digital Markets Act’ (hierna: DMA) zoals ze deze nieuwe wet noemen, moet bedrijven en consumenten beter beschermen tegen de partij wiens platform ze gebruiken. Voorbeelden van platforms die hieronder vallen zijn de Playstore, Instagram en ieder ander platform dat meer dan 10% van de EU-bevolking als gebruiker heeft.  Deze grote bedrijven hebben een monopoliepositie gekregen, omdat er voor hun klanten geen alternatief meer te vinden is voor het platform. De Europese Unie besloot daarom dat het nodig is om deze grote ondernemingen een reeks wetten op te leggen. Deze wetten moeten voorkomen dat de platformen hun monopolie exploiteren en hun klanten aan ongunstige voorwaarden binden, waar de klanten op hun beurt wel akkoord mee moeten gaan om niet uitgesloten te worden van het gebruik van het platform. Daarnaast bevat de ‘Digital Service Act’ (hierna: DSA) regels voor grote online platforms om strafbare inhoud van het internet af te krijgen, en een aantal richtlijnen die de rechten van consumenten en bedrijven waarborgen. Voor kleinere online tussenpersonen heeft de DSA ook richtlijnen, die zijn echter wel een stuk minder streng dan de regels die gelden voor de grotere aanbieders. (1)

De nieuwe richtlijnen voor grote online platforms 

De DSA verplicht de platformen om informatie op te doen over de handelaren die op het platform hun producten en diensten aanbieden. Op deze manier zouden handelaren die zich schuldig maken aan oneerlijke concurrentie of op een andere onwettelijke manier zaken proberen te doen, opgespoord kunnen worden. Deze bedrijven kan vervolgens de toegang ontzegt worden en bovendien weten consumenten en andere bedrijven op voorhand met wie ze zaken doen. Platforms moeten de informatie over de bedrijven voor wie zij tussenpersoon zijn vrijgeven wanneer hetgeen aangeboden wordt illegaal. Het online platform zal op den duur een prettigere plek worden voor eerlijke bedrijven en consumenten, omdat de rotte appels zullen verdwijnen dankzij deze richtlijn. 

Illegale producten en informatie mogen consumenten niet op het platform kunnen vinden, daarom moet dit effectief bestreden worden door de platformbeheerders. Zij zijn voortaan ook verplicht om hun klanten meer informatie te geven over wat wel en niet mag, de regels waren vaak onduidelijk en werden door de platforms zelf opgesteld. Vaak wordt ook legale informatie van het platform afgehaald omdat enkel illegale informatie verwijderen lastig is. Dit kan vaak worden toegeschreven aan een fout in het algoritme dat illegale inhoud zou moeten opsporen. Wanneer een account verwijderd wordt, is het platform daarom een uitleg verschuldigd aan de gebruiker. (2) De gebruiker zou ook eenvoudiger zijn beklag kunnen maken tegen de sancties van het platform omdat er een eenduidige klachtenprocedure moet komen volgens de DSA. (3) 

De grote techbedrijven moeten niet alleen transparanter zijn over het verwijderen van informatie, ze moeten dat ook zijn over advertenties. De klant van het platform die betaalt om zijn advertentie te tonen aan bezoekers van dat online platform moet voortaan informatie krijgen over wie de reclame te zien krijgt en op basis van welke gronden dit gebeurt. Daarnaast moet het platform transparant zijn over de parameters die worden gebruikt om te bepalen of inhoud aan bezoekers van een platform wordt aanbevolen. (4) 

Tot slot zijn in de DSA grenzen gesteld aan het personaliseren van advertenties. Minderjarigen mogen geen advertenties te zien krijgen die niet geschikt zijn voor hun leeftijd en advertenties tonen op basis van iemands geloofsovertuiging of seksuele geaardheid is niet langer toegestaan, ongeacht de leeftijd van een persoon. 

Commentaar op de DSA 

Er is vanuit verschillende hoeken commentaar gekomen op het DSA. Deze kritiek gaat vooral over de haalbaarheid van het handhaven van bepaalde  artikelen. Verder bestaan twijfels of de huidige inhoud van het DSA wel voldoende geschikt is om hetgeen te bereiken waarvoor het DSA bedoeld is. 

Om te beginnen moesten Anna Privaty en Pieter Wolters, professoren aan de Radboud Universiteit, hun ei kwijt over een bepaald onderdeel van het DSA. In de verordening wordt grote online platforms de verplichting opgelegd om gegevens die zij beheren en waarvan ze vermoeden dat deze strafbaar zijn, te melden. Wanneer iemand enkel een tussenpersoon is die de illegale informatie beheert, ben je niet aansprakelijk. Dit geldt niet in het geval diegene op de hoogte is van de illegale inhoud op zijn platform en diegene dit vervolgens niet meldt of verwijdert, zo blijkt uit artikel 5. Privaty en Wolters benadrukken dat het artikel allereerst te vaag is om effectief te kunnen zijn. Zij geven een aantal voorbeelden van strafbare feiten die volgens hen gemeld moeten worden in het artikel, zoals terrorisme. Uit het artikel wordt volgens Privaty en Wolters niet geheel duidelijk welke vergrijpen precies onder de meldplicht vallen en vanaf welke mate van verdenking gemeld moet worden is niet uit het artikel te herleiden. Dit is wel vervelend, want indien grote platforms verzaken om te handelen in overeenstemming met het artikel kunnen zij een boete opgelegd krijgen die kan oplopen tot 6% van de jaarlijkse opbrengst van het bedrijf. Deze twee deskundigen vermoeden daarom dat in zijn huidige vorm, deze regel zal leiden tot ofwel te veel ofwel te weinig meldingen van strafbare feiten door de platforms. (5)

Het DSA gaat niet zover dat er een onafhankelijke partij betrokken moet worden bij het afhandelen van de klachten die binnenkomen bij het platform die betrekking hebben op het handelen van het platform, hoewel dit volgens sommigen wel wenselijk zou zijn om op deze manier een controlemechanisme te kunnen hebben. De gebruikers zouden eventueel beschermd kunnen worden door een Raad van Commissarissen te introduceren en een Raad van Gebruikers bij de bedrijven van wie de platforms zijn. (6)

Naar verwachting zullen er een paar problemen zijn met deze nieuwe verordening. Privaty en Wolters beweren in hun artikel dat we pas zeker kunnen weten of de regels anders uitpakken dan gehoopt, wanneer deze in werking zijn getreden. (7) Het DSA is ingegaan op 2 mei 2023, de regels zullen naar verwachting pas effectief gehandhaafd gaan worden in 2024. (8)   

Bronnen: 

  1. EC guidance over de publicatie gebruikersaantallen onder de DSA, Computerrecht 2023/ 73 

  2. N. Jak, Big tech vanuit een democratisch rechtsstatelijk perspectief, 14-03-2023, Computerrecht 2023/ 63 

  3. Europees akkoord over vernieuwing basis digitale economie, 22-04-2022, Rijksoverheid.nl 

  4. N. Jak, Big tech vanuit een democratisch rechtsstatelijk perspectief, 14-03-2023, Computerrecht 2023/ 63 

  5. A. Privaty, P.T.J. Wolters, The obligation to notify suspicions of criminal offences in the Digital Service Act under scrutiny, 01-11-2022  

  6. N. Jak, Big tech vanuit een democratisch rechtsstatelijk perspectief, 14-03-2023, Computerrecht 2023/ 63 

  7. A. Privaty, P.T.J Wolters, The obligation to notify suspicions of criminal offences in the Digital Service Act under scrutiny, 01-11-2022 

  8. D. van Waeyenberghe, Europese digital markets act vanaf 1 november van kracht, 31-10-22, https://itdaily.be/nieuws/business/europese-digital-markets-act-vanaf-1-november-van-kracht/