Interview met Jacques Claessen: de rol van herstelrecht in ons strafrecht

Interview met Jacques Claessen: de rol en het belang van herstelrecht in ons strafrecht

Prof. mr. Jacques Claessen is gespecialiseerd in het straf- en herstelrecht, met name strafrechtelijke sancties, de positie van het slachtoffer in het strafproces en herstelrechtvoorzieningen in en rond het strafrecht. Hij werkt vaak samen met Stichting Restorative Justice Nederland (RJN) aan projecten, zoals het burgerinitiatief wetsvoorstel strekkende tot de invoering van herstelrecht-voorzieningen in het Wetboek van Strafvordering. In het kader van  het meerjarige programma Changing Justice Gears heeft hij tevens samen met RJN het burgerinitiatief wetsvoorstel strekkende tot de invoering van elektronische detentie als zelfstandige hoofdstraf in het Wetboek van Strafrecht opgesteld en aangeboden aan de minister voor Rechtsbescherming alsook de Tweede Kamer.(1)

Het herstelrecht is een stroming binnen de rechtsgeleerdheid en kan in zekere zin worden gezien als tegenhanger van het strafrecht. Bij het strafrecht staan vergelding en preventie voorop, terwijl een misdaad primair wordt gezien als de schending van een rechtsnorm. In het herstelrecht staat de schade die door een misdaad is aangericht centraal, waarbij deze schade zoveel mogelijk dient te worden hersteld door overleg en afspraken tussen de betrokkenen (dader, slachtoffer en gemeenschap). Het doel is wedergoedmaking. Herstelbemiddeling en mediation in strafzaken zijn vormen van herstelrechtvoorzieningen rond en in ons huidige rechtssysteem. Bij herstelrechtvoorzieningen is het van belang dat zowel de verdachte als het slachtoffer wil meewerken.

Kunt u zichzelf even kort voorstellen?

“Ik ben Jacques Claessen, ik heb rechten gestudeerd aan de Universiteit Maastricht (UM) en ik ben daar nu al meer dan twintig jaar werkzaam. Ik ben bijzonder hoogleraar herstelrecht, hoofddocent strafrecht en ik houd me vooral bezig met materieel strafrecht, strafrechtelijke sancties en herstelrecht. Daarnaast ben ik rechter-plaatsvervanger bij de rechtbank Limburg. Ik vind het belangrijk om theorie en praktijk te combineren.” 

Wat houdt uw werk precies in?

“Ik geef onder meer les in het mastervak strafrechtelijke sancties. Ik wakker graag het proces aan bij studenten waarin ze zelf gaan nadenken en discussiëren met elkaar. Daarnaast schrijf ik artikelen en doe ik onderzoek, vaak samen met Restorative Justice Nederland (RJN). Dat is een stichting die vooral in de praktijk werkzaam is, terwijl ik me voornamelijk met de theorie bezighoud, dus dat zorgt voor een mooie samenwerking. Ik houd van activistische wetenschap, bedoeld om de samenleving te veranderen, beter te maken. Vandaar ook mijn pleidooi voor het herstelrecht, omdat je daarmee probeert aan te sluiten bij de daadwerkelijke behoeften van mensen, wanneer er een misdaad is gepleegd.”

U bent gespecialiseerd in het herstelrecht, kunt u mij vertellen wat herstelrecht precies inhoudt?

“Als ik het herstelrecht zou moeten omschrijven, dan is dat net zoals strafrecht een theorie over recht doen. Hoe doe je recht nadat er een strafbaar feit is gepleegd? Het doel van herstelrecht is het herstellen van de schade, de schade die door het misdrijf is ontstaan. Denk aan materiële en immateriële schade, maar ook aan rationele en morele schade. Dit doe je idealiter door zo veel mogelijk betrokkenen met elkaar rond de tafel te krijgen, zoals het slachtoffer, de dader en de gemeenschap. Als je naar de praktijk kijkt, dan wordt herstelrecht vaak één op één vereenzelvigd met mediation in strafzaken. Hoewel dit een belangrijke herstelrechtvoorziening is, is dit lang niet de enige en in mijn mening ook niet altijd de meest herstelgerichte voorziening die we kennen. De gemeenschap is namelijk niet betrokken bij een mediation, terwijl dat bij de meest volledige herstelrechtvoorziening, namelijk de herstelconferentie, wel het geval is. Kortom, herstelrecht houdt in dat je schade herstelt door zo veel mogelijk betrokkenen hierbij te betrekken.”

U werkt samen met Stichting Restorative Justice Nederland (RJN) in het meerjarige programma Changing Justice Gears. Wat houdt het programma in en wat is het doel van dit programma?

“Het programma loopt al sinds 2020. Het is gericht op de terugdringing van de kortdurende detentie en vooral van de korte gevangenisstraf. We pleiten onder andere voor betere, doelbewustere sanctionering, waarbij naast vergelding en preventie ook herstel een rol speelt. Herstel moet een serieus sanctiedoel zijn. Doelbewust(er) sanctioneren valt onder het project Motivate. Daarnaast hebben wij nog een project lopen, genaamd Discover. Hierin ontwikkelen wij wetgevingsvoorstellen inzake alternatieven voor de korte gevangenisstraf, waaronder een uitbreiding van de taakstrafregeling en de invoering van elektronische detentie als hoofdstraf. Tevens pleiten wij voor de vervangende taakstraf en de vervangende elektronische detentie indien iemand zijn geldboete niet betaalt of zijn taakstraf niet uitvoert. Dan is de vraag wellicht waarom we daar vanuit herstelrecht mee bezig zijn. Nou, je hebt minimalistisch en maximalistisch herstelrecht. Bij minimalistisch herstelrecht houdt het op, wanneer de dader of het slachtoffer niet instemt met deelname aan bijvoorbeeld een mediation in strafzaken. Ikzelf ben een maximalistische herstelrechtdenker, waarbij het uitgangspunt is dat indien een mediation in strafzaken niet mogelijk is, het nog steeds aan de Officier van Justitie of de rechter is om zo herstelgericht mogelijk te sanctioneren. Dit houdt in dat herstel een belangrijk en gelijkwaardig sanctiedoel dient te zijn, in het kader van sanctieoplegging en motivering. Dat houdt concreet in dat er alternatieven dienen te zijn voor de korte gevangenisstraf, omdat vanuit een maximalistisch herstelrechtelijk perspectief de gevangenisstraf van nature de minst herstelgerichte sanctie is. Bij elektronische detentie pleiten we overigens niet voor kale thuisdetentie, maar voor het werken aan herstel in en vanuit de thuissituatie met de dader zelf, zijn of haar familie, het slachtoffer en de gemeenschap.”

In uw oratie had u het over kwaad met goed bestrijden, Hoe past volgens u het herstelrecht in zaken waarin ernstige misdrijven zijn gepleegd? Mede gelet op de slachtoffers en het signaal dat afgegeven wordt aan de samenleving. Sommige slachtoffers willen bijvoorbeeld enkel zien dat de verdachte/gedetineerde lang in de gevangenis moet doorbrengen.

“Ik zal eerst iets over de theorie vertellen en erna over de praktijk. Vanuit de theorie of mijn eigen visie is het simpel. Ik had laatst met mijn eigen studenten  een discussie over de vraag hoe je voor vergelding kunt zijn, inhoudende dat de overheid uit naam van de samenleving het slachtoffer incluis, aan de dader intentioneel leed toevoegt ofwel opzettelijk schade toebrengt. Ik vind dat het straffen in de zin van, proportioneel wraak nemen op de dader, moreel gezien onjuist is. Uiteraard heb ik ook wraakzucht als mij iets ergs wordt aangedaan, maar als ik daaraan toegeef door wraak te nemen, is dat dan werkelijk rechtvaardig, zoals het strafrecht ons wil doen geloven? De samenleving heeft afgesproken dat indien de overheid proportioneel toegeeft aan wraakzucht, dit rechtvaardig is. Ik ben het hier niet mee eens, maar ik ben niet blind voor de praktijk. Zeker wanneer het gaat om ernstige criminaliteit, moeten we onderkennen dat we in de regel zo boos en wraakzuchtig zijn, dat we niet om vergelding heen kunnen, bijvoorbeeld in de vorm van een lange gevangenisstraf. In welke cultuur ik ook kijk, bij de allerergste misdrijven zie ik maar drie opties: kop eraf, levenslang verbannen of levenslang opsluiten. De meeste criminaliteit is echter gelukkig ‘huis-, tuin- en keukencriminaliteit’. In die gevallen adviseer ik om te onderzoeken of er iets met herstelrecht kan worden gedaan, bijvoorbeeld het inzetten van mediation in strafzaken. Niet per se als alternatief voor straf, maar wel als een belangrijke aanvulling daarop, waardoor de klassieke straf deels, grotendeels of soms zelfs geheel achterwege kan blijven. nu de Officier van Justitie en de rechter bij de sanctionering rekening dienen te houden met een geslaagde mediation. Bij ernstige misdrijven zien we bijvoorbeeld dat herstelbemiddeling pas plaatsvindt wanneer iemand al jaren in detentie zit. Denk daarbij aan ouders van vermoorde kinderen die na jaren in gesprek gaan met de moordenaar van hun kind. Dit heeft geen invloed meer op de straf, maar kan wel leiden tot emotioneel herstel en soms zelfs rationeel herstel. Kortom, ik heb mijn idealen, maar ik houd zeker oog voor de praktijk. Hoe meer herstelrecht wij kunnen implementeren in de praktijk, hoe beter, maar we zullen  nooit 100% herstelrecht krijgen. Er zal altijd iets van het strafrecht blijven bestaan.”

Heeft het herstelrecht ook een plek in de veroordeling/behandeling van tbs-patiënten?

“Een vraag van mijn studenten is vaak hoe het zit met daders met een stoornis. Ik geef altijd als antwoord dat het afhankelijk is van de stoornis. Als iemand een sociopaat of psychopaat is, kunnen we geen mediation of bemiddeling inzetten. Afhankelijk van de stoornis kun je in bepaalde gevallen wel een herstelrechtvoorziening inzetten.Het is relatief nieuw terrein, maar niet alleen in de theorie maar ook in de praktijk wordt steeds vaker de vraag gesteld of je iets met herstelrecht kunt doen in het geval van bijvoorbeeld een tbs-patiënt. Ik zou zeggen: kijk wat de behoeften zijn van de betrokkenen en kijk dan wat mogelijk is qua herstelrecht. Ik zie als rechter-plaatsvervanger zaken waarin daders spijt hebben van hun handelen in een psychose. Ze kunnen uiteraard schuldgevoelens hebben over hun handelen waar ze iets mee willen naar hun slachtoffer toe. Ook het slachtoffer kan de dader in de ogen willen kijken, hem vragen willen stellen of zijn verhaal willen doen. Aan beide zijden kan er behoefte zijn aan  bemiddeld contact. Er is sowieso een verstoorde relatie opgetreden of een negatieve relatie ontstaan, wat een vorm van schade is. Ook bij ontoerekeningsvatbaarheid en verminderde toerekeningsvatbaarheid kan herstelrecht meer waarde hebben. In bepaalde gevallen kan bemiddeld contact passen in de behandeling van de dader, ook met het oog op diens resocialisatie en zelfherstel.”

U heeft het een keer gehad over een systeem waarbij herstelrecht en strafrecht in elkaar geschoven staan. Wat moet er veranderen in ons strafrecht om daarvan te kunnen spreken?

“Ik zou het mooi vinden als eerst de schuldvraag beantwoord wordt en daarna de sanctievraag. Als hun schuld dan eenmaal vaststaat, zullen namelijk meer daders openstaan voor een herstelgerichte benadering. Een tweefasenproces zal er echter niet snel komen. In ons huidige systeem maken we bijvoorbeeld wel mee dat een in eerste aanleg zwijgende of ontkennende verdachte, nadat hij eenmaal is veroordeeld, in hoger beroep wel gaat meewerken en openstaat voor herstelrecht. Met de invoering van mediation in strafzaken is er natuurlijk wel al sprake van een zekere integratie van strafrecht en herstelrecht. Zoals ik al zei: de Officier van Justitie en de rechter dienen in het geval van een geslaagde mediation daarmee rekening te houden bij hun sanctionering.Ik denk overigens dat mediation ook een rol kan spelen bij de invulling van een sanctie. Denk bijvoorbeeld aan de invulling van een taakstraf. Nu is dat de taak van de  reclassering, maar hierin kunnen we de partijen zelf ook meer betrekken, indien zij daarvoor openstaan. Tot slot iets over de aangifte.Het zou goed zijn om te onderzoeken wat de behoefte is van degene die aangifte doet: wil deze persoon daadwerkelijk dat de dader wordt gestraft? Of wil hij of zij primair dat ‘het wangedrag’ of ‘het conflict’ stopt? Is dit laatste het geval, dan kan een herstelrechtelijke route veel zinvoller zijn. Er valt in ieder geval nog veel te klussen in het strafrecht vanuit het herstelrechtelijke perspectief. Ik draag graag mijn steentje bij aan een herstelrechtelijke verbouwing van het strafrecht.”

Bronnen

  1. www.maastrichtuniversity.nl. Pagina over Prof. mr. Jacques Claessen.