Het duel: van eerherstel tot juridisch relikwie
Op 1 februari 2006 werd een reliek uit het Wetboek van Strafrecht gehaald, namelijk de artikelen 152-156: de strafbaarstelling van het tweegevecht - of zoals de meeste mensen het kennen - het duel. Wie echter dacht dat daarmee het wilde westen geopend werd, komt bedrogen uit.
Ooit een serieuze zaak
Het laatste duel van Nederland vond plaats op een verlaten industrieterrein in Best. In de zomer van 2000 was het raak: de Zigeuner (alias) had na een wekenlange zoektocht Van V. gevonden: de nieuwe scharrel van zijn ex-vriendin. De Zigeuner liet een duidelijke boodschap achter: als Van V. zou weigeren de strijd met hem aan te gaan, zou hij zijn hele familie uitmoorden. Van V. bewoog zich niet lang daarna naar het industrieterrein. Het gevecht eindigde met een schot in de hals van een van de duellisten. Een klassiek geval van een duel, in de woorden van het Openbaar Ministerie. (1)
Het duel had ooit een zekere status: het was een manier om geschonden eer te herstellen. Tot aan het begin van de 20e eeuw was het een veelvoorkomende praktijk. Het uitdagen ging volgens een theatrale traditie: een handschoen werd voor de voeten van de wederpartij geworpen en zodra deze opgepakt werd, was het duel geaccepteerd. (2) Twee duellisten vochten hun geschillen uit onder toezicht van secondanten. In Nederland was er een speciale plek voor gereserveerd in het Wetboek van Strafrecht. Tot 2006, toen minister Donner besloot de wet op te schonen; duelleren hoorde daar niet meer in thuis.
Noodweer en straffeloosheid: Schiet jezelf vrij!
Mr. L. Geuns, officier van justitie te Maastricht, zag meteen een groot probleem in de wetswijziging. Ten eerste zal degene die het duel wint, moeten worden vervolgd wegens moord of doodslag. Deze vervolging zal echter nergens tot kunnen leiden. Het standpunt van Geuns is namelijk als volgt: door de afschaffing van de aparte strafbaarstelling kan de gewonnen duellist zich nu beroepen op noodweer. De redenering? In een duel gaat het om leven of dood: wie niet wint, is er zeker van dat zijn leven op het spel staat. Het winnen van het duel is dan geboden door de noodzakelijke verdediging van het eigen lijf tegen ogenblikkelijke, wederrechtelijke aanranding, oftewel noodweer. De winnaar gaat vrijuit, niet door vrijspraak, maar door ontslag van rechtsvervolging (41 lid 1 Sr). Volgens Geuns was de precieze functie van het duelartikel het vullen van dit rechtsvacuüm. (3)
Het pistoolduel en sabelgevechten: Glipt noodweer erdoor?
Dan is er de visie van historicus I. Matthey. Hij relativeert de bezwaren van Geuns door te wijzen op het verschil tussen duels. Bij een pistoolduel is er geen continue dreiging. De duellisten schieten om beurten, en zolang je zelf nog niet geschoten hebt, is er niks aan de hand – van noodweer is dan niet te spreken. Maar wat als het duel gevochten wordt met sabels of degens, waarbij de aanvallen constant zijn? Is dat wel noodweer? Matthey haalt de 19e-eeuwse jurist P. Rink aan, die duidelijk stelde dat noodweer niet geldt in een duel. De duellist wist waar hij aan begon. Wie vrijwillig een klap in ontvangst neemt, heeft geen recht om te piepen - oftewel “volenti non fit iniuria”. Het Hof in Utrecht had dezelfde visie in een zaak van 30 december 1845. De zaak betrof een sabelduel, waarna de arm van de partijen als gevolg van de verwondingen geamputeerd moest worden. Het Hof stelde daar “dat toch van zelf spreekt, dat de korter of langer tijd te voren gemaakte afspraak om te zamen te vechten uitsluit alle denkbeeld van de in de wet bedoelde wettige zelfverdediging". Vaststaand is dat het beroep op noodweer niet kan slagen in het geval van een duel. (4)
Juridisch gat onwaarschijnlijk
De vrees dat Nederland na 2006 overspoeld zou worden door straffeloze duellisten, is ongegrond gebleken. Het juridische systeem lijkt prima om te kunnen gaan met een verdwaald schot of zwaardslag. Het afschaffen van het duelartikel was een begrijpelijke stap richting het versimpelen van het strafrecht – maar het blijft interessant om terug te kijken naar de kleurrijke elementen die ooit deel uitmaakten van onze wetgeving.
- M. Van den Eerenbeemt, ‘Laatste duel om vrouw werd met wapens beslecht’, Volkskrant, 7 januari 2006.
- H.J.B. Sackers, Wet wapens en munitie 2020, Wolters Kluwer 2020, p. 14.
- L. Geuns, ‘Duel om het tweegevecht’, NJB 2007/259.
- I. Matthey, ‘Straffeloos duelleren?’, NJB 2007/1588.