Gokken zonder verliezen: te mooi om waar te zijn?

Gokken zonder verliezen: te mooi om waar te zijn?

De ongelijkheid in uitspraken bij rechtbanken in Nederland aangaande gokverliezen had wat weg van een loterij. Op 22 januari 2025 zijn door de rechtbanken Amsterdam en Noord-Holland daarom zes prejudiciële vragen voorgelegd aan de Hoge Raad. De vragen gaan over de mogelijkheid tot terugvordering van gokverliezen, geleden bij online casino’s vóór 1 april 2021. (1) Als de eisers in de verschillende bodemprocedures in het gelijk worden gesteld hebben zij recht op grote bedragen en de verwachting is dat er dan nog velen zullen volgen. (2)

 

Prejudiciële Vragen

Door Nederlandse rechtbanken wordt overwegend geoordeeld in het voordeel van de spelers. De overeenkomsten worden doorgaans nietig verklaard. Toch zijn er ook rechtbanken die anders oordeelden. Zo is er bijvoorbeeld een vonnis waarin onder meer werd overwogen dat de verbodsbepaling in de Wet op de Kansspelen (hierna: Wok) zijn strekking heeft verloren en daarom niet tot nietig kan leiden van daarmee strijdige overeenkomsten. (3) Eerder heeft ook het Gerechtshof Amsterdam een arrest gewezen in een vergelijkbare zaak. Overwogen werd dat de betrokken aanbieder van (online) kansspelen haar zorgplicht jegens de speler niet had geschonden, ondanks zijn ‘onmatige’ spelen. Het moge duidelijk zijn dat de drempel voor schending van de zorgplicht betrekkelijk hoog is nu de speler in kwestie op zijn hoogtepunt €234.250,- in één uur inzette. Daarnaast overwoog het hof dat artikel 1, eerste lid onder a, Wok zijn strekking reeds had verloren ten tijde van het spelen. Dit wordt met name onderbouwd door te verwijzen naar het uitblijven van bestendige en eenduidige handhaving van het daarin opgenomen verbod zijdens de overheid sinds de jaren 90. (4)

 


Het is eigenlijk verwonderlijk dat nog geen van de zaken tot cassatie heeft geleid, maar u hoort mij daarover niet klagen omdat dit ruimte heeft gelaten voor de mooie figuur van de prejudiciële vragen. (5) Om de ontstane rechtsongelijkheid weg te nemen en om de rechtsontwikkeling te bevorderen zijn dus zes prejudiciële vragen gesteld. Het waren er eerst vijf, maar het is nog wel interessant om op te merken dat het verzoek tot aanpassing zijdens een gedaagde partij heeft geleid tot een vraag die ziet op het aanbieden van een ‘online mogelijkheid om tegen elkaar te spelen’. (6) Overigens is het ‘s Hogen Raads recht de vragen nog te herformuleren alvorens deze te beantwoorden.

 

Procesrechtelijke Hobbel

Een laatste noemenswaardige hobbel voor de eisers is van procesrechtelijke aard. Veel betrokken aanbieders hebben zich statutair in Malta gevestigd. Dat heeft ongetwijfeld veel, zo niet uitsluitend andere redenen, maar de plaatselijke ‘Bill 55’ is voor hen op zijn minst een fijne bijkomstigheid. Deze staat namelijk in de weg aan de erkenning en tenuitvoerlegging van buitenlandse vonnissen voor zover deze online casino’s betreffen. De Europese Commissie is afgelopen zomer een inbreukprocedure begonnen tegen Malta vanwege deze nationale regelgeving. (7) Zelfs als de Hoge Raad het met de eisers eens is en ze vervolgens ook nog volledig gelijk krijgen in de bodemprocedure, is het dus nog maar de vraag of zij hun vorderingen ook te gelde kunnen gaan maken. 

 

Of ze bescherming gaan genieten in Malta of niet; de spelaanbieders begrijpen nu wel dat het menens is. Waar deze partijen in de eerste zittingen geen acte de présence gaven, zijn inmiddels zelfs verwoede pogingen gedaan tot voeging. (8) Het is een begrijpelijke respons op dit juridische zwaard van Damocles. 

 

Concluderend

Om af te sluiten zal ik ook nog een gokje wagen met betrekking tot de beantwoording van de prejudiciële vragen. Gelet op hetgeen door rechtbanken en hoven is overwogen zou ik inzetten op een differentiatie door de Hoge Raad, waarin het soort spel dat wordt aangeboden wordt betrokken in combinatie met de mate waarin de aanbieders hebben voldaan aan de op hen rustende zorgplicht. 


 

Bronnen

(1) De Rechtspraak. (2025, 22 januari). Rechtbanken Amsterdam en Noord-Holland stellen na overleg met partijen vragen aan Hoge Raad over online gokken. Rechtspraak. https://www.rechtspraak.nl/Organisatie-en-contact/Organisatie/Rechtbanken/Rechtbank-Noord-Holland/Nieuws/Paginas/Rechtbanken-Amsterdam-en-Noord-Holland-stellen-na-overleg-met-partijen-vragen-aan-Hoge-Raad-over-online-gokken-.aspx

(2) Kroese, M. (2025, 20 februari). Advocatenkantoren slijpen de messen: ‘Gokbedrijven hebben serieus probleem’. Mr. Online. Geraadpleegd op 4 oktober 2025, van https://www.mr-online.nl/advocatenkantoren-slijpen-de-messen-gokbedrijven-hebben-een-serieus-probleem/ 

(3) Rechtbank Zeeland-West-Brabant (2024, 30 mei). ECLI:NL:RBZWB:2024:3524. Geraadpleegd van https://uitspraken.rechtspraak.nl/details?id=ECLI:NL:RBZWB:2024:3524 

(4) Gerechtshof Amsterdam (2016, 25 oktober). ECLI:NL:GHAMS:2016:4212. Geraadpleegd van https://uitspraken.rechtspraak.nl/details?id=ECLI:NL:GHAMS:2016:4212&keyword=ECLI:NL:GHAMS:2016:4212 

(5) Giesen, I., & De Jong, E. R. (2016). Een succesverhaal voor rechtsvorming, rechtseenheid en rechtszekerheid: de Wet Prejudiciële vragen aan de Hoge Raad. Nederlands Tijdschrift Voor Burgerlijk Recht, 46(10).

(6) Driessen, J. (2025, 24 januari). Prejudiciële vragen over online gokken aangepast en gesteld. CasinoNieuws. https://www.casinonieuws.nl/online/prejudiciele-vragen-over-online-gokken-voor-wet-koa-aangepast/ 

(7) Franzina, P. (2025, 19 juni). Commission Opens Infringement Procedure Against Malta for Non-Compliance with the Brussels I bis Regulation. EAPIL. https://eapil.org/2025/06/19/commission-opens-infringement-procedure-against-malta-for-failing-to-comply-with-the-brussels-i-bis-regulation/

(8) Kroese (n 2); Rechtbank Noord-Holland. (2024, 18 december). ECLI:NL:RBNHO:2024:13150. Geraadpleegd van https://uitspraken.rechtspraak.nl/details?id=ECLI:NL:RBNHO:2024:13150; Gerechtshof Amsterdam. (2025, 29 april). ECLI:NL:GHAMS:2025:1008. Geraadpleegd van https://uitspraken.rechtspraak.nl/details?id=ECLI:NL:GHAMS:2025:1008; Rechtbank Amsterdam. (2024, 16 oktober). ECLI:NL:RBAMS:2024:5965. Geraadpleegd van https://uitspraken.rechtspraak.nl/details?id=ECLI:NL:RBAMS:2024:5965